Het LAKS: een zeer invloedrijk scholierenclubje
Als mensen aan het LAKS denken, wordt vaak gedacht aan een groepje scholieren dat ‘maar’ wat vergadert en examenklachten behandelt. Deze organisatie is echter heel wat meer dan dat. Sterker nog: zonder dit groepje pientere scholieren zou het er heel anders aan toe gaan op het voortgezet onderwijs. Hoe is deze organisatie aan zoveel invloed gekomen door de jaren heen? En wat doet het LAKS met die invloed?
Kort stukje geschiedenis
Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren is in 1984 opgericht door Erik Hordijk, André Bakker, Cora Laan, George Middeldorp en Karin Wester. Zij wilden meer inspraak in het onderwijs. In 1985 wordt het LAKS de eerste officiële organisatie die is opgericht door scholieren. Al snel wordt ook de
klachtenlijn geïntroduceerd, een middel waar nu nog steeds ieder jaar gebruik van wordt gemaakt tijdens de eindexamenperiode. Door de jaren heen zorgt het LAKS ervoor dat een leerlingenstatuut (een document waarin de rechten en plichten van scholieren in opgenomen zijn) wettelijk verplicht wordt. In 2007 en 2011 vonden de welbekende stakingen tegen de 1040-urennorm plaats in Amsterdam.
Hoe zit het LAKS in elkaar?
Voordat we gaan kijken hoeveel invloed het LAKS heeft en wat ze met die invloed doen, is het goed om te weten hoe de scholierenvakbond in elkaar zit.
Bestuur
Als bestuur van het LAKS vertegenwoordig je één jaar lang de scholieren van Nederland. Het aantal bestuursleden is minimaal drie en maximaal negen. Belangrijk is dat de leden aangesloten zijn bij de leerlingenraad van hun eigen middelbare school en affiniteit hebben met het onderwijs. Net als andere organisaties heeft ook het LAKS een voorzitter (Sven Annen, 17 jaar), een penningmeester (Jasmijn Bleijlevens, 17 jaar) en een secretaris (Mimi Gaillard, 16 jaar). De overige leden (Nadia Azimzadeh, Philip van der Leest, Nico Holtrop en Sterre Teunissen) zijn algemeen bestuurslid en houden zich bezig met de inhoudelijke dingen, maar hebben ook ieder een eigen portefeuille.
Beleidsmedewerkers
Naast bestuurders heeft het LAKS ook drie fulltime medewerkers. Dit zijn mensen die het bestuur ondersteunen en adviseren bij het nemen van besluiten. Ze zijn tussen de 20 en 30 jaar en werken al drie jaar bij het LAKS. Zij weten dus hoe alles werkt binnen de organisatie en hebben al met meerdere besturen gewerkt.
Presidium
Het presidium van het LAKS zijn de leiders en voorzitters van de algemene ledenvergadering (ALV). Stukken en moties die opgenomen moeten worden in de ALV komen bij hun terecht. Iedere zomer- en winter-ALV komen twee nieuwe leden in het presidium.
SoCo, VoCo en COMBO
De laatste drie clubjes die bij het LAKS horen zijn de Sollicitatiecommissie (SoCo), de Voortgangscommissie (VoCo) en stichting COMBO. De SoCo is verantwoordelijk voor de sollicitatieprocedure voor een nieuw bestuur. De VoCo treedt op als bemiddelaar wanneer er problemen zijn. Ook spreken zij zich uit over de voortgang en het functioneren van het bestuur. Stichting COMBO doet de financiële administratie van het LAKS. Voorheen regelden de scholieren dit zelf, maar dit leidde meerdere keren tot een faillissement.
Wat doet het LAKS allemaal?
Naast alle bezigheden tijdens de eindexamenperiode, heeft het LAKS nog vele andere activiteiten. Zo organiseren ze scholierencongressen in het land, waar scholieren kunnen debatteren over het onderwijs. Ook geeft het bestuur van het LAKS trainingen aan leerlingenraden (LR) en medezeggenschapsraden (MR) op middelbare scholen, zodat zij succesvoller worden. Iedere twee jaar wordt de LAKS-monitor gepresenteerd. In deze grote landelijke enquête vraagt het LAKS duizenden scholieren naar hun mening over het onderwijs op hun school.
Het bestuur vergadert minstens drie keer per maand met de medewerkers en zo nu en dan zelfs met ministers in de Tweede Kamer. Wordt de mening van de scholier niet gehoord door de politiek? Dan organiseert het LAKS acties en soms demonstraties.
Jaarlijks verkondigen alle bestuursleden hun speerpunten waar zij zich mee bezig gaan houden. Dit jaar staat bij de voorzitter Loopbaanoriëntatie Begeleiding (LOB) en maatwerk op de agenda. LOB is nog steeds niet goed geregeld op het onderwijs, vindt hij. Hij pleit dat deze begeleiding al vanaf de brugklas moet starten en niet twee jaar voor het verlaten van de school. Het maatwerk betreft een vorm van onderwijs, waarbij bijvoorbeeld een havoleerling op hoger of lager niveau vakken kan volgen. Stel, de scholier wil naast zijn vakken op havoniveau nog lessen Frans op vmbo-niveau volgen, omdat hij dat interessant vindt, dan kan dat. Tevens versterken LOB en maatwerk elkaar, omdat je je door maatwerk breder kunt oriënteren.
De invloed van het LAKS
Hoeveelheid invloed volgens het LAKS
“Wij hebben heel veel invloed”, begint Sven Annen, voorzitter van het LAKS. “Het onderwijs gaat uiteindelijk over de leerling. Wij vertegenwoordigen die belangrijkste groep, de leerling. Als LAKS monitoren wij constant de mening van die groep. Wij vertegenwoordigen de mening van de scholier en daarom worden we zo serieus genomen.”
Op de vraag hoe het LAKS aan al die invloed komt antwoordt Sven: “Wij vertegenwoordigen dus die grote groep. Wij willen de mening van de scholier weten. We hebben een vmbo-panel, LAKS-monitor, scholierencongressen. Op die manier peilen wij de meningen van scholieren en die vertegenwoordigen wij weer in de politiek.” Sven laat een artikel van het NRC zien, waarin de macht van het LAKS besproken wordt. Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad (een organisatie waar alle schoolleiders bij aangesloten zijn), vertelt in het stuk van deze krant: “Ze hebben een hoge gunfactor die ze goed gebruiken, ze zijn aandoenlijk in een positieve zin.”
Organisaties bij wie het LAKS invloed heeft
“Het LAKS is niet alleen bezig met haar eigen speerpunten”, vertelt Sven. “We werken onder andere nauw samen met het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) en het College van Toetsen en Examens.” Door deze nauwe samenwerking is er ook invloed ontstaan door de jaren heen.
Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap
Volgens Sven is het heel belangrijk dat het LAKS politiek betrokken is. “We praten veel met politici, want zij maken uiteindelijk de wetgeving. Daarom is het goed om onze standpunten duidelijk te maken in de politiek.” Ook vertelt Sven dat er dagelijks uitnodigingen van organisaties binnenkomen en dat Kamerleden graag praten met het LAKS, omdat ze zo in direct contact staan met de scholieren van Nederland.
Die politieke betrokkenheid is gebleken in 2007 en 2011, toen het LAKS grote demonstraties organiseerde in Amsterdam tegen de 1040-urennorm of de zogenoemde ‘ophokuren’.
Ingrid Hardebol is senior adviseur bij het Ministerie van OCW en werkt samen met de bestuursleden van het LAKS. “Het Ministerie en het LAKS werken op heel veel beleidsterreinen samen. Zodra er iets over leerlingen of over het onderwijs besproken wordt, nodigen wij het bestuur uit om hierover mee te praten,” vertelt ze. Ook subsidieert het Ministerie het LAKS. Voor LAKS-monitor, een onderzoek naar leerlingentevredenheid die iedere twee jaar verschijnt in opdracht van het Ministerie van OCW, krijgt het bestuur nog een extra centje.
De voorzitters zijn hele leuke, goede, slimme, gebekte types die heel goed hun weg naar de publiciteit zoeken en ook heel goed weten waar ze over praten. Daarbij zijn ze ook nog zelf leerling dus weten ze er veel van af.”
Dat het LAKS meteen wordt uitgenodigd wanneer er iets over het onderwijs besproken wordt, geeft al aan dat er sprake is van invloed bij het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Hardebol: “Dat komt omdat het gaat om de leerlingen en het LAKS vertegenwoordigt de grootste groep van het onderwijs: de leerling. Samen doen we het voor de kwaliteit van het onderwijs. De scholier zelf heeft via het LAKS ook een stem. De LAKS-monitor is daarnaast één van de pijlers waarop wij beleid kunnen maken.”
Hardebol stelt dat ook de personen in het bestuur invloedrijk zijn: “De voorzitters zijn hele leuke, goede, slimme, gebekte types die heel goed hun weg naar de publiciteit zoeken en ook heel goed weten waar ze over praten. Daarbij zijn ze ook nog zelf leerling dus weten ze er veel van af.”
College voor Toetsen en Examens (CvTE)
Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is namens de overheid verantwoordelijk voor de kwaliteit en het niveau van toetsen en examens. Onder deze toetsen en examens vallen onder andere de rekentoets, het centrale examen (CE) en het staatsexamen (SE) van het voortgezet onderwijs.
De klachten die via de telefonische en digitale klachtenlijn binnenkomen, worden doorgestuurd naar deze organisatie. “Natuurlijk sturen we niet alle klachten door naar het college. We splitsen ze eerst op in twee groepen: inhoudelijke klachten, dus klachten over de toets of de correctievoorschriften, en organisatorische klachten, bijvoorbeeld over geluidsoverlast in de examenzaal”, legt Sven uit. Daarna wordt gekeken of de klachten gegrond zijn, en dan pas worden ze naar het CvTE gestuurd. Het LAKS wordt heel serieus genomen volgens de voorzitter. Zo serieus, vertelt hij, dat de klachten die het LAKS doorgeeft, voorrang hebben op die van docenten. “Zij vertrouwen ons en weten dat we niet zomaar onzin insturen.”
Mirjam Kapelle is senior communicatieadviseur en woordvoerder bij het CvTE. “In de examenperiode werken het college en het LAKS veel samen”, legt Kapelle uit. “Zij verzamelen dan de klachten van scholieren over de examens. Als zij denken dat er een fout in het examen of correctiemodel zit dan spelen ze dat door naar ons. Zij geven door hun gegronde klachten door aan ons en dan kijken wij of ze ook echt gegrond zijn.” Kapelle is het echter niet eens met de stelling van Annen, dat klachten van het LAKS voorrang hebben op die van docenten: “Er is geen sprake van voorrang. Alle meldingen worden serieus genomen. Het maakt niet uit of duizenden leerlingen er een klacht van maken of één docent.” Ze vertelt er meteen bij dat er niet op gelet wordt waar de klacht vandaan komt. “We belonen er niemand voor om een klacht in te dienen,” lacht ze.
“Ze tonen aan dat ze een serieus gesprekspartner zijn.”
Het contact met het CvTE is er niet alleen tijdens de eindexamens. Volgens Kapelle vergadert het college twee à drie keer per jaar met het LAKS. “Zo leren we het bestuur ieder jaar kennen en weten we elkaar te vinden in tijden van crisis”, vertelt ze. Ook heeft het college de site mijneindexamen.nl opgezet, waar scholieren met al hun vragen over het eindexamen terecht kunnen. De leden van het LAKS hebben geholpen bij het testen van de site op gebruik van taal en gebruiksgemak.
Hoe het LAKS aan de invloed bij het College van Toetsen en Examens komt, kan Mirjam Kapelle niet echt uitleggen. “Ik vind invloed een lastig woord. Want wat is invloed dan precies? Zij weten ons te vinden en wij weten hen te vinden. En als er iets aan de hand is met examenvragen of correctievoorschriften dan luisteren we naar ze en nemen we dat serieus. Maar de klachten van docenten nemen we net zo serieus. Hoe groot die invloed is kan ik dus niet echt uitdrukken. Ze tonen aan dat ze een serieus gesprekspartner zijn.”
Een oud-LAKS lid
Bovenstaande bronnen hebben al aangetoond dat het LAKS een heel sterke organisatie is. Leden worden al serieus gesprekspartner beschouwd en kunnen prima over het onderwijs meepraten.
Bram Horstink, voormalig secretaris en penningmeester van het LAKS in 2014-2015, heeft dit zelf ook ondervonden. “Ons bestuur had destijds zonder enige twijfel invloed. LAKS is een partij die ingeburgerd is in het onderwijsveld en ook al best wel wat bekendheid heeft. Daar kan je dus wel wat mee. En kijk, het verschilt natuurlijk. Je hebt ook gewoon plekken waar je aan tafel zit en dat is het dan”, vertelt hij. Maar het heeft niet zozeer te maken met het bestuur wat er op dat moment zit.
“Ik ken geen enkele club, op de FNV misschien na, die 960.000 Nederlanders vertegenwoordigt, die op geen enkele andere wijze vertegenwoordigd worden.”
Volgens Horstink heeft het LAKS door de jaren heen zoveel vertrouwen en invloed ontwikkeld, dat het niet zo’n groot probleem is als er eens een bestuur zit dat het wat minder doet. “Al zit er een keer een jaar een bestuur wat enorm veel fouten maakt bijvoorbeeld, dan kan het dat jaar misschien een beetje tegenvallen. Anderzijds zitten er dan ook nog de fulltime-medewerkers die er wel meerdere jaren zitten en gewoon hun contacten hebben, dus op die manier kan je wel nog steeds die invloed blijven hebben.”
Wat het LAKS onderscheidt van andere organisaties, is dat zij juist heel goed de focus weet te leggen. Horstink neemt als voorbeeld het zusje van LAKS, JOB: “Wat je daar bijvoorbeeld ziet is dat ze zich heel vaak bezighouden met dingen die niets met onderwijs te maken hebben. Wat je dan dus krijgt, is een organisatie die zegt: ‘We staan voor jongeren in het mbo, maar we zullen ons ook met het minimumloon gaan bezighouden. En ook met participatie in de samenleving.’ Dan ben je op een gegeven moment met zoveel onderwerpen bezig, dat je niet meer echt die focus op dat onderwijs hebt,” legt hij uit. Het LAKS is volgens Horstink een partij die door 30 jaar lang de focus op het onderwijs leggen, weet waar ze het over heeft, die bekend staat om constructief meedenken en die zelf met initiatieven kan komen. “Plus natuurlijk dat je ook gewoon de enige vertegenwoordiger bent in Nederland van een groep van 960.000 Nederlanders. Want dat is natuurlijk ook zo”, stelt Horstink. ”Ik bedoel, ik ken geen enkele club, op de FNV misschien na, die 960.000 Nederlanders vertegenwoordigt, die op geen enkele andere wijze vertegenwoordigd worden.”
Conclusie
De hoofdvraag luidt: Hoe komt het LAKS aan zoveel invloed en wat doen ze met die invloed?
Het LAKS komt aan invloed doordat het een hele sterke organisatie is, die de grootste groep van het onderwijs, de leerling, vertegenwoordigt. Ze zijn wel degelijk meer dan een groepje scholieren dat maar wat vergadert en examenklachten behandelt. Ze zetten zich écht heel sterk in voor de belangen van scholieren. Omdat ze zo serieus zijn en dat goed overbrengen zijn organisaties en grote instanties ook bereid om met ze samen te werken (denk aan het ministerie van OCW en het CvTE).
En wat doen ze met die invloed? Met deze invloed kunnen zij de mening van de Nederlandse scholier in de politiek gehoor geven.